Literatuur
- Pelkwijk, G.A.W ter, Utrecht in de eerste jaren van de bezetting, (uitgegeven vanwege het Gemeentebestuur van Utrecht). Utrecht (Kemink en Zoon), 1950(voorwoord) [75 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 61-63 ("De Geertekerk was voor de N.S.B. aanleiding belangstelling te tonen voor onze monumenten. Deze kerk verkeerde in zéér vervallen toestand". In een reeds goedgekeurd plan, op initiatief van de burgemeester, zou tegen de toren nieuwbouw komen. De NSB wilde 'de kerk behouden'. Het lag voor de hand dat ik ter verantwoording werd geroepen". Dit leidde tot "een bijeenkomst in de Provinciale Griffie, waarbij tegenwoordig waren Secretaris-Generaal Van Dam, de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg en de chef van de afdeling Cultuurbescherming. In deze vergadering zijn grootse plannen gemaakt voor de restauratie van de Buurtoren, de Jacobitoren en de Nicolaastoren. Tonnen zouden daarvoor beschikbaar worden gesteld. Ook de Geertekerk werd in het plan opgenomen." Van de goede voornemens kwam niets terecht. "Het enige werk, dat in de bezettingsjaren is gedaan, geschiedde in stilte, onder leiding van de opzichter van gemeentewerken Stooker, die niet alleen voor de bescherming van de monumenten uitmuntend werk heeft gedaan, maar ook heeft laten werken voor herstel en restauratie aan het Catharijne Convent en aan de verschillende torens. Aanvankelijk bestond de Kunstbeschermingsdienst uit vrijwilligers, later uit een vaste kern van ongeveer 50 man, in hoofdzaak vaklieden").
- "Monumentenzorg". In: Gemeente Utrecht-Dienst Bouwen en Wonen, 1985a, blz. 3, 5, 7-15, 21, 23, 29, 31, 43, 45